Typologieën
Deze pagina geeft de witwastypologieën zoals vastgesteld door de FIU-Nederland weer. Toekomstige ervaringen in de preventie en bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme leiden er toe dat deze lijst periodiek kan worden aangevuld met nieuwe typologieën.
Wanneer een concreet geval kenmerken vertoont als hieronder beschreven, kan daaraan een vermoeden van witwassen worden ontleend. Het onderkennen en vermelden van typologieën in opsporingsdossiers kan relevant zijn voor de vervolging en het onderbouwen van bewijsmiddelen. Tevens geven onderstaande typologieën handvatten voor de invulling van de subjectieve indicator voor de Wwft meldplichtigen.
Een overzicht van typologieën wordt in onderstaande weergegeven, waarbij de typologieën zijn gecategoriseerd op basis van hun bron.
Categorieën
1. Typologieën uit de oude aanwijzing witwassen en de memorie van toelichting witwassen vastgesteld op 01-08-2016:
1.1 Typologieën uit oude aanwijzing witwassen
1.2 Typologieën uit de memorie van toelichting bij de wet tot strafbaarstelling van witwassen (artikel 420 bis e.v. WvSr) uit 2001
2. Nieuwe nationale typologieën n.a.v. onderzoeken:
2.1. Ondergronds bankieren (2016)
2.2. Aan- en verkoop van virtuele betaalmiddelen (2017)
Jurisprudentie vormt daarnaast voortdurend een belangrijke bron van typologieën. De op onze website getoonde overzichten zijn dan ook niet uitputtend.
Op internationaal niveau worden ook typologieën vastgesteld, met name in het kader van de FATF. Zie hiervoor verder de website van de FATF http://www.fatf-gafi.org.
Typologieën vastgesteld op 15 augustus 2017 naar aanleiding van onderzoek naar de aan- en verkoop van virtuele betaalmiddelen:
1. Het meermalen binnen een relatief korte periode vanaf bankrekening(en) opnemen van aanzienlijke contante bedragen, geheel of in delen, zonder een kennelijke economische noodzaak en in combinatie met het meermalen giraal ontvangen van bedragen (waarbij die bedragen in geval van de handelaar in virtuele betaalmiddelen kennelijk afkomstig zijn uit de verkoop van virtuele betaalmiddelen).
2. De aankoop van virtuele betaalmiddelen waarbij aan tenminste twee van de volgende kenmerken is voldaan:
a. de koper biedt zijn diensten aan via internet middels vraag- en aanbodsites;
b. de koper stelt geen identiteit van de verkoper vast;
c. de koper schermt de eigen identiteit af;
d. de koper rekent in contanten af;
e. de koper brengt een ongewoon hoog percentage wisselcommissie in rekening;
f. de transactie vindt plaats in een (openbare) omgeving waar veel publiek aanwezig is waardoor het veiligheidsrisico voor de koper vermindert;
g. een legale economische verklaring voor de wijze van omwisseling is niet aannemelijk;
h. de omvang van de aangekochte virtuele betaalmiddelen is niet aannemelijk in relatie tot gemiddeld particulier gebruik;
i. de koper is niet bij de Kamer van Koophandel en niet bij de Belastingdienst bekend voor het zijn van wisselinstelling.
3. De koper en/of verkoper maakt/maken bij de verkoop van virtuele betaalmiddelen gebruik van een zogenaamde mixer.
Op basis van ervaringen vanuit Nederlandse opsporingsonderzoeken zijn op 1 augustus 2016 de volgende twee nieuwe nationale typologieën in het kader van ondergronds bankieren vastgesteld:
1. Geldbedragen die zijn gebundeld met kleine elastieken in pakketten van 100 stuks bankbiljetten, waarbij een aantal bundels van 100 stuks weer bij elkaar worden gebundeld is een typisch kenmerk van de bundeling van crimineel geld.
2. De volgende kenmerken of een combinatie van deze kenmerken duiden op criminele geldstromen:
· De overdracht van gelden vindt plaats op een openbare plek in plaats van een vaste locatie
· Er wordt gebruik gemaakt van een nummer/token bij de overdracht van gelden, identiteiten zijn niet bekend
· Geldoverdracht vindt plaats tussen verschillende nationaliteiten in plaats van binnen dezelfde etnische groep
· Er is sprake van taalbarrières
· Er is sprake van grote bedragen die worden overgedragen
· Er is communicatie door middel van versluierd taalgebruik
· Er is geen of slechts summiere administratie waarin namen ontbreken
· De overdacht van de gelden vindt plaats met behulp van geldkoeriers in plaats van op locatie
· De klanten hebben veelal criminele antecedenten
1. Een buitenlandse rechtspersoon met een bankrekening in een land dat een bankgeheim heeft of had ten tijde van de transactie en via die bankrekening direct of indirect vastgoed financierde.
2. Contanten die worden gestort op een bankrekening van een buitenlandse rechtspersoon, bij een bancaire instelling in een land dat een bankgeheim heeft of had ten tijde van die storting(en) waarbij de contanten fysiek naar dat land worden gebracht.
3. Grote contante bedragen die worden gestort of opgenomen (voor bijvoorbeeld verbouwingen, (deel)betaling van een woning of auto) op of vanaf de bankrekening van een buitenlandse rechtspersoon.
4. De bankrekening van een buitenlandse rechtspersoon wordt direct of indirect gevoed door contante stortingen(indirect bijvoorbeeld via overboekingen vanaf andere bankrekeningen).
5. Een buitenlandse rechtspersoon waarbij de geregistreerde UBO niet dezelfde persoon is als de werkelijke UBO.
6. Een buitenlandse rechtspersoon waarbij de geregistreerde UBO verwant is aan de werkelijke UBO.
7. Het door een verwant persoon (familie, vrienden, trustee, etc.) van de werkelijke of geregistreerde UBO laten storten of opnemen van contanten op of vanaf de bankrekening van de buitenlandse rechtspersoon.
8. Legale inkomsten en (buitenlands) vermogen, zoals bekend bij de Belastingdienst, bieden geen verklaring voor uitgevoerde transactie(s) en/of het vermogen van een (werkelijke) UBO van een buitenlandse rechtspersoon.
9. Een buitenlandse rechtspersoon die vastgoed in bezit heeft en of financiert en niet voldoet aan haar belastingaangifte verplichting, in het land waar die verplichting geldt.
10. Er is sprake van een (verhulde) zelftransactie (bijvoorbeeld de (werkelijke) UBO van de buitenlandse rechtspersoon is dezelfde persoon als de begunstigde van een lening, hypotheek, schenking, loan-back).
11. Eigenschapsstructuur/zeggenschapsstructuur van de buitenlandse rechtspersoon lijkt gericht op verhulling van de werkelijke UBO (bijvoorbeeld door aan aandelenoverdracht of een UBO wissel ten tijde van de vastgoedtransactie).
12. De (werkelijke) UBO van een buitenlandse rechtspersoon of een aan die UBO verwant persoon verkoopt zijn woning aan de eigen buitenlandse rechtspersoon en blijft in die woning wonen.
13. Een natuurlijk persoon die geen formele rol (meer) heeft in een buitenlandse rechtspersoon handelt en/of neemt beslissingen alsof hij UBO is van die buitenlandse rechtspersoon.
14. Vastgoed dat wordt aangekocht door een buitenlandse rechtspersoon en dat wordt bewoond / gehuurd door familie of vrienden van de (werkelijke) UBO van die buitenlandse rechtspersoon.
15. Een buitenlandse rechtspersoon die vastgoed heeft of financiert waarbij de bewoners van dat vastgoed geen huur betalen (zoals wel is afgesproken in de huurovereenkomst).
16. Een buitenlandse rechtspersoon die een (hypothecaire) lening verstrekt;
- waarbij de afgesproken aflossing en/of rentebetaling niet wordt nagekomen, of;
- waarbij de betalingsafspraken niet worden nagekomen en waarop geen aanmaning tot betaling volgt, of;
- aan iemand voor wie het onmogelijk is een reguliere hypotheek en/of lening te krijgen, of;
- aan iemand die onvoldoende (legaal) inkomen heeft om aan de betalingsverplichtingen te voldoen.
17. Een buitenlandse rechtspersoon betaalt voor een object (vastgoed, auto) en dat object wordt geleverd of komt op naam van een natuurlijk persoon.
18. Een buitenlandse rechtspersoon die gebruik maakt van valse stukken als verhullingshandeling zoals koopovereenkomsten, hypotheekovereenkomsten, leenovereenkomsten, huurovereenkomsten en facturen ter onderbouwing van een transactie.
19. Een buitenlandse rechtspersoon waarvan de UBO verhult dat hij/zij feitelijk woonachtig is in Nederland.
Tevens blijkt uit het jurisprudentie-onderzoek naar buitenlandse rechtspersonen en vastgoed dat de volgende reeds bestaande typologieën passen bij dit thema:
1. De transacties staan niet in verhouding tot de inkomsten.
2. Het contant omwisselen in een witwascyclus wordt vaak gedaan ter onderbreking van de "papertrail".
3. Bij grote hoeveelheden contant geld in diverse valuta: het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in diverse valuta.
4. Bij fysiek vervoer van grote bedragen in contanten: het fysiek vervoeren van grote bedragen in contanten brengt een aanzienlijk veiligheidsrisico met zich.
5. Het feit dat ten aanzien van de verdachte geen economische activiteit bekend is in relatie tot de verschillende landen waarmee transacties werden verricht.
6. Het feit dat door de verdachte veel contacten werden (worden) onderhouden met personen met criminele antecedenten.
7. Het feit dat de verdachte iets weigert te verklaren over de herkomst van het geld.
8. Het feit dat Nederlanders in het buitenland geld op aldaar geopende bankrekeningen hebben staan om buiten het zicht van de Nederlandse autoriteiten en / of Nederlandse opsporingsdiensten te blijven.
9. Geldbedragen van behoorlijke omvang, in contante coupures, die niet terug zijn te vinden in (officiële) boeken van en evenmin kunnen worden verantwoord met stukken van reguliere handelsactiviteiten.
10. Voorhanden hebben van grote hoeveelheden contant geld zonder noodzaak daartoe op grond van bedrijf of beroep.
11. Een kenmerk dat veel gevallen van witwassen gemeen hebben is dat handelingen plaats vinden die overigens – los van het beoogde witwassen – geen redelijk bedrijfseconomisch doel kunnen dienen.
12. Een verfijndere methode is het werken met dekmantelorganisaties. De aanbieder van het geld zegt dan te handelen namens een bedrijf of vennootschap, veelal gevestigd in het buitenland. Hij geeft opdracht het geld over te maken naar een bankrekening van dat bedrijf, waarna het geld onmiddellijk van die rekening wordt opgenomen of verder wordt overgemaakt naar een andere rekening. Vaak zijn de gestorte bedragen onverklaarbaar hoog, gelet op de soort activiteit die de dekmantelorganisatie zou verrichten.
13. Een typische vorm van witwassen is het rondpompen van geld door veelvuldige overschrijvingen tussen verschillende rekeningen. Credit en debet verrichtingen volgen elkaar, om onverklaarbare redenen, in hoog tempo op en saldi gaan in één maand van 0 naar enkele miljoenen euro’s en weer terug. Vaak wordt de paper trail onderbroken door contante opnames of de aankoop van cheques. Bewijsstukken getoond ter onderbouwing van de transactie, zoals overeenkomsten van lening, koopcontracten, garanties en dergelijke, lijken vaak vals of juridisch defect. Partijen bij een transacties schijnen soms verwant of zelfs dezelfde personen te zijn.
Oudere typologieën
Witwastypologieën uit de op 16-4-2015 vervallen OM aanwijzing witwassen en de memorie van toelichting bij artikel 420 bis e.v. WvSr
Het Openbaar Ministerie heeft in een aanwijzing uit 2008 een lijst van typologieën van witwassen opgenomen. Wanneer een concreet geval kenmerken vertoont als in een typologie beschreven kan daaraan een vermoeden van witwassen worden ontleend. De aanwijzing is per 16 april 2015 komen te vervallen. De in de aanwijzing genoemde typologieën zijn echter nog altijd relevant en zijn daarom in 2016 herbevestigd door de FIU-Nederland. Ze zijn hieronder opgenomen.
Daarnaast is in 2001 het witwassen van opbrengsten van misdrijven als strafbaar feit opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. Uit de memorie van toelichting bij deze wetswijziging kan ook een viertal typologieën worden afgeleid. Ook deze typologieën zijn in 2016 door de FIU-Nederland (opnieuw) officieel vastgesteld en hieronder opgenomen.
· het ontbreken van een legale economische verklaring voor het wisselen van grote geldbedragen;
· het ontbreken van een legale economische verklaring voor het wisselen van buitenlandse valuta;
· de transacties staan niet in verhouding tot de inkomsten;
· het contant omwisselen in een witwascyclus wordt vaak gedaan ter onderbreking van de "papertrail";
· bij grote hoeveelheden contant geld in diverse valuta: het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in diverse valuta;
· bij fysiek vervoer van grote bedragen in contanten: het fysiek vervoeren van grote bedragen in contanten brengt een aanzienlijk veiligheidsrisico met zich;
· het feit dat ten aanzien van de verdachte geen economische activiteit bekend is in relatie tot de verschillende landen waarmee transacties werden verricht;
· het feit dat meerdere wisseltransacties op één dag bij verschillende wisselkantoren/banken dan wel bij verschillende vestigingen van deze wisselkantoren/banken zijn uitgevoerd;
· het feit dat een aantal malen het geld ongeteld werd aangeleverd;
· het feit dat diverse malen geld in kleine coupures werd omgewisseld naar grote coupures;
· het feit dat de handel in verdovende middelen veel geld in kleine coupures oplevert;
· het feit dat de handel in verdovende middelen veel opbrengsten in verschillende valuta oplevert;
· het feit dat door de verdachte veel contacten werden (worden) onderhouden met personen met criminele antecedenten;
· de wijze waarop het geld werd vervoerd en/of aangeboden;
· het feit dat de verdachte iets weigert te verklaren over de herkomst van het geld;
· het feit dat het kennelijk de bedoeling was om de meldgrens te ontduiken;
· het feit dat er een beloning werd verkregen voor de door verdachte uitgevoerde wisseltransacties;
· het feit dat het verrichten van vele Money Transfers vanuit Nederland naar verschillende personen in het Caribische gebied dikwijls gepaard gaat met de smokkel van cocaïne van het Caribische gebied naar Nederland;
· bij (veelvuldig) gebruik van Money Transfers (het is een feit dat het aanmerkelijk duurder is om geld over te maken naar het buitenland via Money Transfers dan via girale transacties);
· het feit dat Nederlanders in het buitenland geld op aldaar geopende bankrekeningen hebben staan om buiten het zicht van de Nederlandse autoriteiten en / of Nederlandse opsporingsdiensten te blijven;
· het feit dat uit eerdere onderzoeken is gebleken, dat het wisselen van Britse ponden en Schotse ponden in kleinere coupures buiten het Verenigde Koninkrijk vaak in relatie kan worden gebracht met de handel in verdovende middelen;
· Geldbedragen van behoorlijke omvang, in contante coupures, die niet terug zijn te vinden in (officiële) boeken van en evenmin kunnen worden verantwoord met stukken van reguliere handelsactiviteiten;
· Voorhanden hebben van grote hoeveelheden contant geld zonder noodzaak daartoe op grond van bedrijf of beroep;
· Ongebruikelijke wijze van transport (verstoppen van contanten). Waarbij gedacht wordt aan het verstoppen van liquide middelen in niet voor transport van gelden bedoelde materialen bijvoorbeeld: hengsels of trekstangen van koffers, pakken luiers, shampoo flessen, in panty verpakt en verstopt onder kleding, verstopt in het lichaam.
· Een veelvuldig gebruikte methode is het bij wisselkantoren met grote regelmaat inwisselen van grote hoeveelheden, in kleine coupures verdeelde, buitenlandse valuta tegen Nederlands geld. Dit gebeurt door koeriers of strolieden, die soms door anderen – kennelijk toezichthouders – worden vergezeld. De aanbieders van het geld gaan soms akkoord met ongebruikelijke, erg nadelige wisselcondities. Deze methode heeft veelal betrekking op de opbrengsten uit drugshandel.
· Een verfijndere methode is het werken met dekmantelorganisaties. De aanbieder van het geld zegt dan te handelen namens een bedrijf of vennootschap, veelal gevestigd in het buitenland. Hij geeft opdracht het geld over te maken naar een bankrekening van dat bedrijf, waarna het geld onmiddellijk van die rekening wordt opgenomen of verder wordt overgemaakt naar een andere rekening. Vaak zijn de gestorte bedragen onverklaarbaar hoog, gelet op de soort activiteit die de dekmantelorganisatie zou verrichten.
· Een typische vorm van witwassen is het rondpompen van geld door veelvuldige overschrijvingen tussen verschillende rekeningen. Credit en debet verrichtingen volgen elkaar, om onverklaarbare redenen, in hoog tempo op en saldi gaan in één maand van 0 naar enkele miljoenen euro’s en weer terug. Vaak wordt de paper trail onderbroken door contante opnames of de aankoop van cheques. Bewijsstukken getoond ter onderbouwing van de transactie, zoals overeenkomsten van lening, koopcontracten, garanties en dergelijke, lijken vaak vals of juridisch defect. Partijen bij een transacties schijnen soms verwant of zelfs dezelfde personen te zijn.